Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.

Meer dan 7% jongeren maakt en bezit deepnudes

41,9% van de Belgische jongeren hebben al gehoord van deepnudes, 13,8% van de Belgische jongeren heeft ooit al een deepnude ontvangen, 12,8% kent deepnude-apps en 60,5% onder hen heeft zelf al geprobeerd een deepnude te maken.

Dit blijkt uit een studie van de Universiteit Antwerpen (UA) bij meer dan 2800 Belgische jongeren tussen 15 en 25 jaar oud, in opdracht van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, Child Focus en de staatssecretaris voor Gelijke Kansen, Gendergelijkheid en Diversiteit. Staatssecretaris Marie-Colline Leroy herhaalt dat het maken van deepnudes van minderjarigen of zonder toestemming strafbaar is en grote schade berokkent aan de slachtoffers.

Deepnudes zijn realistische, maar volledig vervalste naakte afbeeldingen of video’s van een persoon door middel van het gebruik van artificiële intelligentie.

Het onderzoek uitgevoerd door de UA voert een analyse uit van de meest gebruikte en populaire deepnude-apps en werpt een gedetailleerde blik op hoe deepnudes verwikkeld zijn in de leefwereld van Belgische jongeren.

De resultaten zijn onthutsend en nopen tot actie.

 

Deepnudes raken steeds meer bekend bij jongeren en worden ook door hen gemaakt

Het maken van deepnudes van minderjarigen of van volwassenen zonder toestemming, is strafbaar. 12,8% van de jongeren kent deepnude-apps en 60,5% van hen heeft zelf al geprobeerd een deepnude te maken. Weten jongeren dat dit illegaal is en zijn ze voldoende op de hoogte van de schade die dit bij slachtoffers veroorzaakt?

Onderzoek toont aan dat de mentale gevolgen en de impact voor slachtoffers van doorgestuurde deepnudes vergelijkbaar zijn met andere vormen van digitaal seksueel beeldmisbruik zoals het verspreiden van seksueel getinte beelden zonder toestemming. Slachtoffer zijn van seksueel beeldmisbruik kan leiden tot posttraumatische stressstoornis, angststoornissen, depressie, verlies van zelfvertrouwen en zelfs zelfmoordneigingen.

 

Deepnudes treffen vooral vrouwen en worden vooral door mannen gemaakt

Maar liefst 98% van de deepfakes die online circuleren zijn seksueel getint en bevatten voornamelijk vrouwelijke slachtoffers. Het overgrote deel van de deepnude-applicaties, die vrij verkrijgbaar zijn via zoekmachines, spitsen zich enkel toe op het maken van deepnude beelden van vrouwen.

Ook bij de Belgische jongeren zien we opmerkelijke verschillen tussen de genders. Meer mannelijke dan vrouwelijke jongeren kennen het fenomeen, hebben er al één gezien, bezitten er één of hebben er zelf één proberen maken.

Als jongeren een deepnude maken, doen ze dat omdat ze het slachtoffer willen vernederen, uit wraak, uit nieuwsgierigheid of om zich populair te maken. Deze motivaties komen ook terug in onderzoek naar andere vormen van digitaal seksueel beeldmisbruik zoals het verspreiden van naaktbeelden zonder toestemming. Jongeren komen vooral in aanraking met deepnudes via sociale media zoals Snapchat (32,9%), X (25,7%), Instagram (25,5%), TikTok (20,2%) en Telegram (18,9%).    

 

Deepnude-apps ontlopen hun verantwoordelijkheid

Hoewel de meeste apps wel gebruiksvoorwaarden en een privacybeleid claimen te hanteren, blijken de meeste apps zo gebouwd te zijn dat er geen enkele controle is. Zo voorzien nagenoeg geen van de applicaties een controle op het al dan niet gewelddadige of niet-consensuele karakter van de gemaakte beelden.

Er is ook geen enkele controle op de toestemming van de afgebeelde persoon om het beeld te maken. Bijkomend benadrukken al deze applicaties dat het maken van deepnudes via hun applicatie anoniem is en gebruikersgegevens niet worden bewaard, waardoor de maker weet dat bij het illegaal maken van beelden, bijvoorbeeld zonder toestemming, die niet geïdentificeerd zal kunnen worden door een slachtoffer of nationale autoriteiten.

Het onderzoek oordeelt dat het Belgische wettelijke kader reeds sterk is uitgebouwd voor de bestraffing van het maken en delen van niet-consensuele deepnudes of deepnudes van (al dan niet fictieve) minderjarigen. Op het niveau van de EU staat er regelgeving in die zin in de steigers. Daarentegen ontbreekt er zowel een wettelijk als zelfregulerend kader voor de deepnude-applicaties zelf.

 

Onderzoek is een duidelijke call-to-action

Staatssecretaris Leroy is ongerust over het feit dat voornamelijk vrouwen slachtoffers zijn. Deepnudes zijn een zoveelste uiting van een gebrek aan respect voor de vrouwelijke integriteit en de objectivering van het vrouwelijke lichaam: Een deepnude maken zonder toestemming, of van een minderjarige, is illegaal. Bovendien berokkent het slachtoffers heel wat schade. Het onderzoek stelt bovendien duidelijk dat deepnudes een spiegel zijn van de dieperliggende genderongelijkheden in onze maatschappij.

We moeten waakzaam blijven voor nieuwe fenomenen die opduiken en oude patronen willen herhalen en zelfs versterken. Nieuwe technologieën plaatsen ons voor nieuwe uitdagingen. Dit onderzoek is dan ook een duidelijke call-to-action voor iedereen die in contact staat met onze jongeren: de scholen, de ouders, de overheden, de media en technologiebedrijven. Ik ga dan ook deze studie delen met mijn collega-ministers die betrokken zijn rond het thema zodat deze vorm van gendergerelateerd geweld op alle domeinen kan worden aangepakt.”

 

Reële impact op slachtoffers

Almaar meer minderjarigen contacteren Child Focus via haar hulplijn 116 000 omdat ze slachtoffer zijn van deepnudes. De organisatie benadrukt dat de impact van zulke beelden die met artificiële intelligentie gemaakt werden op het welzijn van jongeren even groot is als de verspreiding zonder toestemming van ‘echte’ beelden.

Child Focus behandelt deze dossiers dan ook op dezelfde manier als andere dossiers van seksuele uitbuiting. De hulplijn kan als ‘trusted flagger’ beroep doen op haar bevoorrechte contacten met de meeste belangrijke sociale mediakanalen zoals Facebook/Instagram, Google/YouTube, X, TikTok, Discord en Snapchat om deze beelden sneller offline te halen.

Child Focus pleit voor een mentaliteitswijziging waarbij mogelijke omstaanders zich niet laten meeslepen in de groepsdynamiek maar ervoor kiezen om het op te nemen voor de slachtoffers. Jongeren moeten gesensibiliseerd worden over de reële gevolgen van hun daden en welke rol zij kunnen spelen om dit fenomeen te stoppen.

 

Meer samenwerking

Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen dringt aan op meer internationale samenwerking om het fenomeen te bestrijden: “Het is aannemelijk dat er steeds meer deepnudes zullen worden gemaakt en gedeeld, omdat de apps nog meer en laagdrempeliger ontwikkeld zullen worden. Wie zulke technologische ontwikkelingen mogelijk maakt, moet ervoor zorgen dat de tools niet ten kwade kunnen worden ingezet. Die verantwoordelijkheid moet bij de ontwikkelaars en aanbieders van de apps worden gelegd. België kan niet alleen op tegen de buitenlandse apps die onze wetten om mensen te beschermen aan hun laars lappen.”  Het Instituut benadrukt nog dat dit niet enkel een jongerenfenomeen is. Het ontvangt meldingen van volwassenen die het slachtoffer werden van de creatie en het doorsturen van deepnudes zonder toestemming.

Professoren Catherine Van de Heyning en Michel Walrave besluiten: "Uit het onderzoek dat een groot aandeel van onze jongeren weet wat deepnudes zijn. Het is problematisch dat de deepnude-apps zo eenvoudig beschikbaar zijn op internet.  Wie de apps kent, zal ze veelal ook gebruiken. Het zijn dan vooral de jongens die deze apps gebruiken. Bestraffen van het gebruik van deepnude is één ding. Maar als we dit fenomeen echt willen bestrijden, zullen we meer moeten inzetten op het reguleren van de markt van dit soort apps en mediawijsheid .”

Slachtoffers van niet-consensuele verspreiding van naaktbeelden, kunnen terecht bij Child Focus (minderjarigen) via het gratis nummer 116 000 en bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (meerderjarigen) op 0800/12 800 (kies nummer 1 in het menu) of via het online meldingsformulier voor advies en ondersteuning

Studie

Het onderzoek werd uitgevoerd door Universiteit Antwerpen onder leiding van prof. dr Catherine Van de Heyning en prof. dr. Michel Walrave, samen met onderzoekers Nina Szyf en Aurélie Gilen

Deel dit artikel